Op 1 januari gaan de werkzaamheden van de coöperatie over naar de landbouwbond Meterik.
Men is voornemens het rendement van de molen te gaan verbeteren o.a. door vervanging van het oud-Hollands wieksysteem naar een stroomlijn van het systeem ‘Van Bussel’. Tevens zou de dakbedekking vervangen worden. Echter voordat de molenmaker zijn werk kan doen worden de benodigde, al bij de molen liggende, materialen door de bezetter in beslag genomen en afgevoerd.
De familie Hermans gebruikte de molen als schuilkelder, en dan bij voorkeur het kippenhok achter in de belt. Na de evacuatie gebruiken de Duitsers dat stuk om dezelfde reden.
In de periode oktober/november wordt Meterik geëvacueerd. De bezetter gebruikt de molen als observatiepost en bunker. Als de bewoners na de bevrijding terugkomen blijkt de vertrekkende bezetter de molen geheel vrij gezet te hebben en draait ze. Hoewel zwaar beschadigd staat ze nog overeind in tegenstelling tot veel andere molens in de omgeving die opgeblazen zijn. De bezetter heeft flink huisgehouden in molen, bergruimten en het molenhuis en een grote puinhoop achter gelaten. In het molenhuis hing geen binnendeur meer, die waren allemaal gebruikt door de Duitsers om onder in de molen britsen van te maken om op te slapen. De enige binnendeur die er nog hing was er eentje die ze uit het huis van Lemmen Sjang (tegenwoordig St. Jansstraat 13) gehaald hadden. Wel is op 22 november de toren van de Meterikse kerk opgeblazen.