Vorige week las u een artikel over De Gus uit het boek ‘Die goeie ouwe tijd’ dat is geschreven door Sjang Hoeijmakers. Vandaag het vervolg van het verhaal. ‘Soms gingen we helemaal tot aan de westelijke rand van de bossen. Als we daar in een boom klommen, hadden we een prachtig uitzicht over de zogenaamde Peelse Heide, waarvan toen nog bijna niets in cultuur was gebracht. We wisten dat verder naar het westen de heide overging in het veengebied van de Schaakse Peel en naar het zuidwesten de Dorper Peel. Over dit gebied in de wazige verte zagen we de schoorstenen van de turfstrooiselfabrieken in Griendtsveen. Toen we eens thuis vertelden, waar we geweest waren, zei mijn vader: ,,Enkele jaren geleden zou je vanaf dat punt ook Drabbels Kooi hebben kunnen zien en misschien nog wel meer kooien, die er vroeger stonden, maar Drabbels- kooi is wel het langste van allemaal in gebruik geweest." Nu, na zoveel jaren, zoek ik tevergeefs op de Tranchotkaart naar Drabbelskooi. Het is bijna zeker dat de kooi die op deze kaart „Geurtskooi" genoemd wordt, de Drabbelskooi is. Een familie Geurts woonde aan de Schaak op Drabbelsplaats. Deze boerderij en de schaapskooi in de Peel danken hun naam natuurlijk aan ene familie Drabbels. Mogelijk is, door trouwen of vererven, de boerderij in het bezit gekomen van de familie Geurts. Toen de Tranchotkaart gemaakt werd, kreeg de betreffende schaapskooi de naam Geurtskooi, naar de toenmalige eigenaar, maar in de volksmond is het altijd Drabbelskooi gebleven. De laatste Geurts, die op Drabbelsplaats woonde, was een vrijgezel, die omstreeks 1925 is overleden. Hij werd door iedereen Drabbels-Hannes genoemd. Tot ongeveer 1915 heeft hij schapen gehouden. Sjang Reinders van de Schaak was de laatste scheper die hij in dienst had. Bij deze Sjang Reinders heb ik in 1926 als boerenknechtje gewoond. Ik was toen vijftien jaar en als Sjang over zijn belevenissen als scheper vertelde, was ik een aandachtig toehoorder. Uit datgene wat hij vertelde, kan ik nu nog met vrij grote zekerheid opmaken dat Drabbelskooi de Geurtskooi van de Tranchotkaart is. Uit al het voorgaande is wel duidelijk geworden dat wij nogal geïsoleerd woonden. Hierdoor kwamen we met weinig personen in contact, waardoor we niet zoveel indrukken hoefden te verwerken als de jeugd van tegenwoordig. Mogelijk is dat er de oorzaak van dat ik van bepaalde personen een duidelijk beeld overhield. Verderop in dit boek vindt u de verhalen over enkele van die opvallende personen.’
top of page
bottom of page
Comments