GESCHIEDENIS METERIKSE VELD

STANDENSAMENLEVING | 800 - 1500

De eerste stand: geestelijkheid

De tweede stand: adel

De derde stand: boeren

Eigenaren:

- Huys ter Horst

- Huis van Mirlaer

ZWERVENDE HOVEN | 500 - 1000
 
Ontstaan van zwervende hoven in de vroege middeleeuwen

VASTE HOVEN | 1000 - 1500
 
Ontginning woeste gronden worden hoven

GEHUCHTEN | 1500 - 1800
 
Ontstaan van gehuchten in de late middeleeuwen en Nieuwe Tijd

BEWONERS | 1500 - 1850
 
Wie woonden er op de boerderijen

KERKDORPEN | HEDEN

OPGRAVINGEN | 1983 - 2006

1983 - Locatie Ambrosius St. Maartensweg

PottenbakkersovenPeriode ca. 500 v. Chr.

2006 - Locatie Litjens Kempweg

42 gebouwen met 4 waterputten

Periode 500 - 1100 n. Chr.

STANDENSAMENLEVING | 800 - 1500


 
Dit is een samenleving waarin de bevolking in verschillende groepen is opgedeeld. Elk hun eigen rechten en plichten. In de middeleeuwen werd uitgegaan van een driestandenschema, bidders, strijders, werkers, geestelijkheid, adel en de boeren / burgers.

Eerste stand: geestelijkheid
 
De geestelijken hadden veel voorrechten. Zo mochten ze belastingen heffen, hoefden zelf geen belasting te betalen, vervulden geen krijgsdienst en hadden een eigen rechtbank. Het waren ook vaak grootgrondbezitters.

Tweede stand: adel
 
De adel hoefde geen belasting te betalen en geen arbeid te verrichten. De uitvoering van rechtspraak en oorlogsvoering lag in handen van de adel. Ze zaten in het bestuur van een burcht of boerenhof.

Derde stand: boeren
 
Boeren waren horigen (lijfeigenen). Later soms met lijfsgewin. Lijfeigenschap is de situatie dat iemands lichaam wordt beschouwd als het eigendom van de heer van een bepaald gebied. Lijfeigenen (zonder lijfsgewin) mochten al of niet een gezin stichten, kregen een stukje land ter beschikking om hun gezin te kunnen voeden, maar konden zo met boerderij en gezin worden verkocht.

Eigenaren: vorsten, koningen en grondbezitters
 
Alleen deze groep dreef handel en bepaalde wat er met goed en goederen gebeurde. Het Meterikse Veld was eigendom van twee eigenaren;
 
- Huys ter Horst
 
- Het Huis van Mirlaer

ZWERVENDE HOVEN | 500 - 1000


 
Zwervende hoven ontstonden in de vroege middeleeuwen. Een hof bestond uit één of meerdere bij elkaar horende boerderijen.


 
Een boerderij stond ongeveer 35 jaar op dezelfde plek, hierna werd er op een andere plek een nieuwe boerderij gebouwd. Zo ontstonden in het Meterikse Veld in de vroege middeleeuwen de eerste ‘zwervende’ hoven.


 
De eigenaren van een gebied verdeelden hun land onder hun ‘dienstmannen’. Deze ‘dienstmannen’ kregen een hof met één of meerdere boerderijen toegewezen. Het gebied bleef eigendom van de eigenaar.


 
De aangestelde ‘dienstman’ van een hof kon hier niet naar eigen inzicht over beschikken. Zo kon een hof met ‘mens en goed’ verkocht worden aan een andere partij.

VASTE HOVEN | 1000 - 1500


 
Het begin van de ‘vaste hoven’ ontstond in de late middeleeuwen. Door innovatie werden de boerderijen duurzamer en bleven voor lange tijd op een en dezelfde plek. Door ontginning was uitbreiding van de hovenstelsels mogelijk.


 
De bevolkingsgroei vanaf de 10e eeuw zorgde voor een toename aan behoefte van landbouwgronden. Door innovaties zoals de ijzeren keerploeg en vervanging van ossen door paarden, werd de bewerking van zwaardere gronden makkelijker en kon dieper geploegd worden.


 
Ook nieuwe inzichten op het gebied van bemesting, schapenmest in combinatie met heideplaggen, zorgden voor een betere bodemvruchtbaarheid. Daarnaast werd het drieslagstelsel steeds meer gebruikt waardoor er minder misoogsten waren en er een gevarieerder voedselaanbod was.
 

GEHUCHTEN | 1500 - 1800

Doordat er vaste hoven ontstonden, kwamen er ook vaste gehuchten, oftewel herdschappen genoemd. In die periode werden belastingen vaak per herdschap berekend.


 
Aantal huishoudens rond 1750
 

 
Berkel 41
 
Schadijk 31
 
Meterik 24
 
Middelijk 33
 
Eickelenbosch 8
 
Oostenrijk 46
 
Hegelsom 32
 
Melderslo 26


 
Een huishouden bestond in die periode uit gemiddeld uit 6 personen.

BEWONERS | 1500 - 1850


 
In deze periode zien we ook dat de boerderijen namen kregen, die voortleven tot de huidige tijd.

Zoals: Crommentoens, Fleuren, Gieres, Giertjes, Giesen, Hax, Olieslagers, Riekels, Speulhof, Seyen, Slitjes, Vousten, Wienen, Alde en Neeje Lind, Helpeney, Gastendonk, De Risselt, De Slooy, Gortmeulen.

Hallenhuis en langgevelboerderijen
 
Na de middeleeuwen verdrong de langgevelboerderij langzaam maar zeker het hallenhuis.

Hallenhuis
 
De boerderij bestond uit één grote rechthoekige ruimte, in drie beuken verdeeld, met grote inrijdeuren.

Langgevelboerderij
 
Is een rechthoekig boerderijtype waarbij voorhuis, stal en schuur aan elkaar zijn gebouwd en de deuren geplaatst zijn in de lange gevels.
 

KERKDORPEN | HEDEN


 
Definitieve dorpen ontstonden rond 1900 of ontstonden uit een eerder gehucht.

America
 
Dorp America ontstaat ca. 1892. Momenteel ca. 2.050 inwoners.

Meterik
 
Dorp Meterik ontstaat ca. 1483. Later, eind 1800, worden Meterik en het gehucht Schadijk samengevoegd. Momenteel ca. 1.600 inwoners.

Horst
 
Berkel, het latere Horst ontstaat ca. 1219. Later worden de gehuchten Berckel, Middelijk, Oostenrijk en Eikelenbosch samengevoegd. Momenteel ca. 13.500 inwoners.

Hegelsom
 
Het gebied Hegelsom is al veel ouder, maar het dorp Hegelsom ontstaat ca. 1930. Momenteel ca 1.950 inwoners.

Melderslo
 
Het gebied Melderslo is al veel ouder, maar het dorp Melderslo ontstaat ca. 1921. Momenteel ca. 2.150 inwoners.
 

OPGRAVINGEN | 1983 - 2006


 
In 1983 werd een pottenbakkersoven gevonden. In 2006 vond er een archeologisch onderzoekplaats op het perceel van Litjens Kempweg te Meterik.Op ca. 1½ ha. (een speldenprik in het Meterikse Veld) zijn liefst 42 gebouwen “plattegronden” van boerderijen, bijgebouwen en 4 waterputten gevonden. De oudste gevonden nederzetting stamt uit de ijzertijd, ca. 700/400 jaar voor Christus. Deze betreft 8 plattegronden van gebouwen en bijgebouwen.Verder zijn er 34 gebouwen en 4 waterputtengevonden uit de jaren 630 en 1000 na Chr.totaal in drie verschillende 3 esdekken.Het totale overzicht aan sporen (paalkuilen) en andere vondsten, zoals houtfragmenten, aardewerkfragmenten, noten en zaden, maaktehet mogelijk om de plattegronden te dateren.Hoofdbestaan was akkerbouw, er werden verschillende soorten graan verbouwd zoals gerst, tarwe, rogge en mogelijk haver. De veestapel bestond uit schapen, alsook enkele runderen en varkens. Voor meer informatie kun je hier het onderzoek bekijken


 

    7701
    2